Na een rustige donderdag en vrijdag in Orlando te hebben doorgebracht besluiten we op zaterdag ochtend nog een leuk tochtje te maken naar de westkust van Florida. Een erg mooi gebied is te vinden bij Crystal River. Daar ligt ook een vliegveldje. Dat blijkt echter op minder dan een half uur vliegen van Orlando North te zijn, dus zoeken we een veldje wat noordelijker, zodat we allebei nog wat te vliegen hebben. Het wordt George T. Lewis op Cedar Key.
Na de take-off klim ik boven de wolkenbasis en blijf op zo’n 3200 voet vliegen. Pas bij de kust komt de grond goed in zicht en een mijl of 15 voor het eiland daal ik door wat flarden bewolking naar 1400 voet. De baan van het vliegveld krijgen we pas laat in zicht. We nemen de windrichting nog even door en kiezen een landingsrichting en Sietse roept op de unicom onze positie en meldt wat we van plan zijn. We krijgen onverwacht antwoord van een dame die vraagt of we vervoer naar het centrum willen. Ik geef aan dat we dat graag willen en of ze een taxi kan regelen; wat blijkt: ze is de taxi. We eten een lekkere Crab-cake sandwich en laten ons om 12:00 weer naar het vliegveld brengen. We kijken nog een goed naar de windvaan, die duidelijk betere tijden heeft gekend. Dat geldt trouwens ook voor de landingsbaan; het asfalt heeft het hier duidelijk verloren van het onkruid. Alleen op de rechterkant van de baan kan nog ongehinderd worden opgestegen. Maar voor een Cessna ruim voldoende. Sietse zet ons na een drie kwartier vliegen voor de laatste keer neer op Orlando North. We parkeren de kist en sluiten af.
Tijdens het inpakken van de koffers krijg ik een mail van de verhuurder; de volgende huurder heeft een tablet in de kist gevonden. Hij zal die in de kist laten als hij klaar is met vliegen. Het blijkt de iPad van Sietse te zijn. Opeens krijgen we haast, we moeten dus eerst naar Orlando North en dan gelijk door naar Orlando International voor de vlucht terug naar huis. Dat blijkt gelukkig allemaal goed te doen en we zijn ruim op tijd voor de thuisreis. Een kwartiertje na de geplande tijd worden we van de gate geduwd om naar de baan te taxiën; maar na twintig meter worden we weer naar de gate gereden. Er blijkt een hele familie ziek geworden. Ze gaan nadat ze door medisch personeel zijn onderzocht allemaal van boord en is het grond personeel in het ruim op zoek naar de koffers van deze familie. Dit zorgt uiteindelijk voor bijna twee uur vertraging. Daardoor wordt onze overstap in Dublin wel heel erg krap. Na 8 uur vliegen staan we dan op Dublin en wordt het een race naar de volgende gate. Die bereiken we terwijl het boarden al aan de gang is. Het is echter nog maar de vraag of onze koffers deze snelle overstap ook gehaald hebben. En algauw blijkt op Amsterdam dat dat niet zo is. We vullen een vermissingsformulier in en mijn koffer wordt de volgende ochtend door een koerier thuis bezorgd. Die van Sietse volgt ‘s avonds en zo hebben we alles weer compleet.
Al met al kijken we terug op een zeer geslaagde trip naar Florida en een geslaagde missie om als “piloten-pelgrims” naar de heilige gronden van de Outer Banks te vliegen.